1. Toepasbaarheid

Bij toepasbaarheid kijken we naar de mate waarin de opleiding gericht is op het ontwikkelen van beroepscompetenties die horen bij het vak van coach of aan vaardigheden op gebied van ondernemerschap van de coach. We beoordelen dit door te kijken naar de volgende elementen:

Aan opleidingen die in het geheel niet gericht zijn op coachings- of ondernemerscompetenties (b.v. een cursus bloemschikken), geven we op grond van dit criterium geen PE-vignet.

Aan opleidingen die geheel of voornamelijk gericht zijn op persoonlijke ontwikkeling van de deelnemer in plaats van op vakontwikkeling (dat wil zeggen op beter leren coachen), geven we op grond van dit criterium geen PE-vignet.

Aan opleidingen die geheel of voornamelijk zijn gericht op (coachend) leidinggeven, aansturen of coördineren in plaats van op coachen, geven we op grond van dit criterium geen PE-vignet.

Aan opleidingen die geheel of voornamelijk zijn gericht op het begrijpen en toepassen van een assessmenttool of psychologische test, of op het verwerven van een licentie daarvoor, geven we op grond van dit criterium geen PE-vignet.

Aan opleidingen die geheel of voornamelijk gericht zijn op behandeling vanuit een diagnose-behandel paradigma in plaats van op coachen vanuit gelijkwaardigheid, geven we op grond van dit criterium geen PE-vignet.

2. Diepgang

In dit criterium wordt beoordeeld in welke mate de opleiding bijdraagt aan echte leerervaringen en aan het beheersen van het geleerde. Hierbij kijken we onder meer naar:

  • Groepsgrootte;
  • Aantal deelnemers per trainer;
  • Doelgroep;
  • Aantal en afwisseling van gehanteerde leerstijlen;
  • Aantal uren studiebelasting;
  • Hoeveelheid en aard van de te bestuderen literatuur;
  • Inzet van transferbevorderende methodieken als casusconceptualisaties, werkstukken, verslagen, proefcliënten, inter- en supervisie, praktijkopdrachten op basis van expliciete criteria;
  • Toetsing van het entree- en eindniveau op basis van expliciete criteria.

Uiteraard leggen we daarbij een relatie tussen de duur van de opleiding en de gewenste diepgang. Aan een workshop van een halve dag stellen we andere eisen dan aan een opleiding van twintig dagdelen.

Hoe breder de beoogde doelgroep is, hoe kleiner de kans op een PE-vignet. Dat wil eggen dat hoe meer de doelgroep bestaat uit coaches en andere begeleidingskundigen, dan wel uit professionals uit gerelateeerde gebieden, hoe groter de kans op toekenning van een PE-vignet. Begeleidingskundigen zijn onder andere: coaches, therapeuten, counselors, mediators en dergelijke. Gerelateerd aan het vak zijn onder andere: HR-managers, vertrouwenspersonen, artsen en leraren.

3. Deskundigheid

De deskundigheid van de trainer die de opleiding leidt, moet vast te stellen zijn door de PE- commissie. De trainer(s) moet aantonen over voldoende toegepaste kennis en ervaring op het betreffende terrein te beschikken, als mede over aantoonbare didactische en trainersvaardigheden. Hierbij wordt ook gekeken naar het EIA-niveau van de trainer(s) en naar eventuele andere certificeringen door andere beroepsverenigingen.

4. Tastbaarheid

Het meest complexe criterium is Tastbaarheid. NOBCO geeft vele vormen van coaching de ruimte, maar wil de grens met alternatieve geneeskunde en paranormale ‘healing’ ergens trekken.

Op deze scheidslijn is er een flink grijs gebied. De PE-commissie stelt zich open voor opleidingen in dit grijze gebied. Je moet dan wel:

  • Aantonen wat de betreffende opleiding toevoegt aan het werkveld van coaching;
  • Aantonen hoe een toegepaste methodiek werkt op een manier die wetenschappelijk valt te verifiëren;
  • Aantonen hoe de activiteit past binnen de basisprincipes en professionele normen van coaching (meer specifiek: de niet-sturende en niet-wetende houding van de coach).