
Wetenschapsblog – Meer aandacht voor humor binnen coaching
Naar humor in coaching is nog opvallend weinig onderzoek gedaan. Tijd dat daar verandering in komt, vinden onderzoeker Adélka Vendl en haar collega’s. Zij zetten in een overzichtsstudie op een rij wat we weten over de rol van humor in bijvoorbeeld therapie en mentoring, en bespreken wat dit voor coaching betekent.
In aanpalende vakgebieden, zoals therapie en mentoring, is er namelijk al meer onderzoek gedaan naar de gunstige effecten van humor. Die resultaten kunnen relevante aanwijzingen bieden voor de inzet van humor binnen coaching. Bovendien wordt humor in de coachpraktijk al toegepast, bijvoorbeeld bij provocatief coachen. Bij deze aanpak is de inzet van humor zelfs een essentieel onderdeel.
Voor hun overzichtsstudie bekeken de onderzoekers in totaal 13 eerder uitgevoerde studies waarbij spontane humor, geïnitieerd door de therapeut of mentor, centraal stond. De onderzoekers vonden in de resultaten van deze studies bijvoorbeeld dat de inzet van humor door de therapeut was gerelateerd aan een grotere vooruitgang voor de cliënt, maar ook dat humor samenging met een sterkere relatie tussen therapeut en cliënt. Bovendien bleek uit een studie die betrekking had op mentoring dat mensen meer tevreden waren over de mentoring en hun mentor wanneer deze meer humor had gebruikt.
Een aantal andere studies was voornamelijk gebaseerd op interviews met therapeuten of mentoren. Daaruit bleek onder andere dat therapeuten en mentoren humor inzetten als coping mechanisme voor het verlichten van stress bij de client. Ook zagen therapeuten en mentoren humor als een manier om een band op te bouwen tussen therapeut en cliënt. Daarnaast zagen zij humor als een effectieve strategie bij cliënten die weinig bewustzijn hadden van hun eigen problemen of te maken hadden met psychische stoornissen. Dat zou kunnen betekenen dat humor juist bij uitdagende cliënten een zinvolle aanpak is.
De onderzoekers besteden in hun overzichtsstudie ook aandacht aan de verschillende stijlen van humor. Deze stijlen kunnen in kaart worden gebracht met behulp van vragenlijsten. Mensen reageren dan op stellingen zoals ‘ik hou ervan om mensen aan het lachen te maken’ of ‘als iemand een fout maakt, dan plaag ik diegene daar vaak mee’. De eerste stelling verwijst naar de zogenoemde affiliatieve humor. Deze stijl is gericht op het creëren van een positieve sfeer, en blijkt inderdaad bij te kunnen dragen aan een goede relatie tussen therapeut en cliënt. De tweede stelling heeft betrekking op een andere stijl, namelijk agressieve humor, waarbij iemand juist voor een meer confronterende aanpak kiest. Hoewel iemand bij deze meer provocatieve stijl humor inzet ten koste van anderen, lijkt ook deze vorm van humor positieve effecten te kunnen hebben voor cliënten. Cliënten van therapeuten die meer agressieve humor gebruikten bleken bijvoorbeeld meer vooruitgang te boeken tijdens de therapie.
Al met al concluderen de onderzoekers dat er aanwijzingen zijn voor de positieve effecten van humor binnen één-op-één begeleidingsrelaties, zoals therapie en mentoring. Een kanttekening is dat de resultaten tot nu toe enkel gebaseerd zijn op een verband tussen humor en positieve uitkomsten. Dat humor vaker samen lijkt te gaan met positieve uitkomsten voor cliënten wil immers nog niet zeggen dat humor ook datgene is dat die positieve uitkomsten heeft veroorzaakt. Daarnaast hadden meerdere studies betrekking op interviews met praktijkbeoefenaars. Hoewel deze interviews waardevolle inzichten geven in de praktijkervaringen van therapeuten en mentoren met betrekking tot de inzet van humor, kunnen we op basis van die interviews geen harde conclusies trekken over de daadwerkelijk positieve effecten van humor. Ook is er tot nu toe dus helaas nog geen onderzoek gedaan naar humor specifiek binnen coaching. Wat voor therapie en mentoring geldt, hoeft immers niet per se ook te werken binnen coaching. De onderzoekers pleiten dan ook voor meer onderzoek naar humor in coaching.
Toch zien de onderzoekers nu al kansen om humor in te zetten bij coaching. Met name bij uitdagende coachees, zoals leiders met narcistische of vergelijkbare trekken. Wel is het belangrijk dat coaches daarbij ook empathie en sensibiliteit (blijven) tonen. De inzet van humor wordt namelijk ook nog weleens afgeraden, omdat humor risico’s met zich mee kan brengen, zoals het verkeerd begrijpen van de cliënt of het inzetten van humor op ongepaste wijze. Juist daarom is het volgens de onderzoekers belangrijk dat er in coachtrainingen aandacht komt voor de rol van humor, al is het maar in de vorm van een discussie. Tot slot kan ook supervisie een goede plek zijn om de rol van humor binnen coaching te bespreken.
Gebruikte bronnen
Vendl, A., Alvarado-Alvarez, C., & Euwema, M. (2024). Humor in professional coaching: a literature review and research agenda. Frontiers in Psychology, 15, 1288104.
Over Eefje
Dr. Eefje Rondeel (1982) is docent psychologie aan de Open Universiteit. Vanuit NOBCO is ze als co-promotor betrokken bij het dissertatieonderzoek naar effectieve bestanddelen van coaching. Samen met sociaal psycholoog Pieternel Dijkstra schreef ze het boek Evidence-based Coachen. Haar meest recente boek “Zin en Onzin over Coaching”, dat ze schreef met Master Practitioner coach en supervisor Aveline Dijkman, verscheen afgelopen jaar.