Coaching is de afgelopen jaren flink in populariteit gegroeid. Hier zijn we erg trots op. Hiermee is ook de vraag naar gedegen wetenschappelijk onderzoek toegenomen. In recente jaren zijn verschillende meta-studies verschenen. Deze suggereren dat coaching positieve effecten kan hebben in verschillende uitkomstdomeinen.

Maar, het is nog grotendeels onduidelijk langs welke mechanismen deze effecten worden bewerkstelligd. Naast het belang van verder onderzoek naar de vraag of coaching werkt, is juist het vergroten van inzicht in deze werkingsmechanismen cruciaal om tot verdere verdieping en verbetering van het coachvak te komen.

Het CWO en NOBCO hebben het initiatief genomen om een groot onderzoeksproject te starten om het inzicht in de werkingsmechanismen te vergroten. Dit onderzoeksproject is een samenwerking geworden tussen de faculteit Psychologie van de Open Universiteit en NOBCO. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een promovendus. Zowel de universiteit als NOBCO ondersteunen haar hierbij.

Motivatie en werkrelatie tussen coach en coachee

Coaching omvat een heel scala aan technieken en interventies. Die vinden plaats in diverse settings (individueel, teams, organisaties) en contexten (bijvoorbeeld executive, gezondheids- of life coaching). Door deze grote variatie is ook het onderzoek naar de effectieve componenten van coaching heel divers.  

Veel onderzoek richt zich op specifieke factoren voor bepaalde technieken of interventies. Maar er vindt ook onderzoek plaats naar gemeenschappelijke factoren voor de verschillende vormen van coaching, met name motivatie en de werkrelatie tussen coach en coachee. Deze factoren zijn mogelijk van invloed op de uitkomsten van coaching.

Coachtrajecten verbeteren

Voor zowel coaches als coachees is het van wezenlijk belang dat coaches meer inzicht krijgen in de factoren die bijdragen aan succesvolle uitkomsten van het coachtraject. Het promotieonderzoek dat de Open Universiteit start, moet dit inzicht vergroten.  

  • Het baseert zich daarbij onder andere op de zelfdeterminatietheorie, die stelt dat bevrediging van de universele behoeften aan autonomie, competentie en verbondenheid ten grondslag ligt aan optimale ontwikkeling;
  • Met de inzichten uit dit onderzoek kunnen coaches hun coachtrajecten verbeteren;
  • Dit leidt uiteindelijk tot meer effectieve uitkomsten, bijvoorbeeld op het gebied van welbevinden, functioneren en (werk)prestaties.

Wie is Marjolein Stefens?

Marjolein is geen onbekende bij NOBCO. Ze heeft haar onderzoeksstage, gericht op de Coaching Monitor, bij NOBCO afgerond. Naast haar gedrevenheid in het verrichten van onderzoek, is ze geïnteresseerd in het vakgebied. Ze kijkt ernaar uit om met het onderwerp en haar onderzoek aan de slag te gaan. Tijdens het NOBCO-symposium Coaching en Onderzoek in november maakt ze kennis met de bezoekers. In een presentatie licht ze haar onderzoek toe.  

“Ik ben iemand met een brede belangstelling, creatieve geest en vele fascinaties. Nadat ik de opleiding tot modevormgever aan de kunstacademie had afgerond, koos ik ervoor om psychologie aan de Open Universiteit te gaan studeren. Hier raakte ik al snel geboeid door de tak van de mastervariant levenslooppsychologie. En dan met name het onderzoeksgebied hierbinnen. In deze master ben ik via mijn onderzoeksstage bij NOBCO terechtgekomen. In mijn scriptieonderzoek ben ik volop de literatuur ingedoken en heb ik onderzoek verricht naar de werkingsmechanismen achter succesvolle coaching. Interessant hierbij, is dat coaching aantoonbare positieve resultaten weet te realiseren en ook nog eens binnen een relatief korte tijdsduur. Maar hoe dit proces van effectieve coaching op motivationeel en relationeel vlak nu precies in zijn werk gaat, is nog niet helemaal duidelijk. Het leuke is dat ik dat in dit promotietraject kan onderzoeken!”