BLOG ‘Grenzen’: Wachten voor de deur

woensdag 15 juli 2020

Als ik aan grenzen denk, dan doemen er in mijn gedachten in eerste instantie landsgrenzen op. In 1996 heb ik mijn moederland Roemenië (het is me nog steeds dierbaar dat in mijn moedertaal ‘vaderland’ juist ‘moederland’ heet) verwisseld voor wat nu mijn vaderland is geworden, Nederland. Deze transitie heeft mij veel geleerd over omgaan met veranderingen en het vormgeven van een nieuwe identiteit, waarbij ik gaandeweg geleerd heb dat, om een gezond evenwicht te vinden, noodzakelijk is mijn oude identiteit te integreren met mijn nieuw aangemeten bestaan.

Diverse NOBCO-coaches schrijven blogs over het thema van het e-magazine Coach.
Deze blogs worden gepubliceerd in het e-magazine. Voor e-magazine #2 2020 is het thema ‘Grenzen’.

Wachten voor de deur

Als ik aan grenzen denk, dan doemen er in mijn gedachten in eerste instantie landsgrenzen op. In 1996 heb ik mijn moederland Roemenië (het is me nog steeds dierbaar dat in mijn moedertaal ‘vaderland’ juist ‘moederland’ heet) verwisseld voor wat nu mijn vaderland is geworden, Nederland. Deze transitie heeft mij veel geleerd over omgaan met veranderingen en het vormgeven van een nieuwe identiteit, waarbij ik gaandeweg geleerd heb dat, om een gezond evenwicht te vinden, noodzakelijk is mijn oude identiteit te integreren met mijn nieuw aangemeten bestaan.

In mijn werk met coachees spelen grenzen ook een belangrijke rol. Soms op een bijzondere manier. Ik heb mogen werken met coachees uit onder andere Portugal, Turkije, Brazilië en Iran. Het waren stuk voor stuk jonge mensen die voor hun studie voor meerdere jaren naar Nederland kwamen. En ze hadden iets gemeen met elkaar. Toen ze aankwamen bij mijn coachruimte (ik heb een praktijk aan huis met een eigen ingang), bleven ze voor de deur wachten. Zonder te kloppen, zonder binnen te komen.

Hooguit stuurde een enkeling mij een berichtje: ‘ik sta al vijftien minuten buiten’. Het contrast kon niet groter zijn met mijn Nederlandse coachees die de deur (meestal zonder te kloppen) openzwaaiden en zonder aarzeling binnenstapten.

De eerste keer toen een van mijn coachees de grens voor zichzelf buiten mijn toegangsdeur plaatste, was ik verontwaardigd en geïrriteerd. Doordat de coachee buiten bleef wachten zonder mijn medeweten, begon de coachingsessie een kwartier later. Ik vond mijn coachee ronduit subassertief en was voornemens om het ineffectieve gedrag aan de kaak te stellen. Tot ik in een flits mij realiseerde dat ik vroeger, trouw aan mijn Oost-Europese wortels, ook zo zou hebben gehandeld. Omdat het zo hoorde. Buiten blijven wachten was juist een teken van respect en sensitiviteit voor andermans grenzen. Verweven met de waarden en rituelen van mijn land van herkomst, vond ik bescheidenheid, respect, gehoorzaamheid en nederigheid de juiste ingrediënten om een goed mens te zijn en geaccepteerd te worden door mijn omgeving. Mijn verlangen om te integreren - nog meer, om succesvol te worden – in Nederland, hebben tot een innerlijke gespletenheid en een dubbele moraal geleid. De waarden die ik meegenomen heb uit mijn moederland stonden haaks op de ingrediënten die ik noodzakelijk ervaarde voor mijn nieuwe, Nederlandse identiteit: initiatief, assertiviteit, vrijheid, autonomie, zelfbewustzijn. Om de laatste volledig te omarmen, moest ik de eerste verraden. Pas tientallen jaren later was ik in staat om beide ‘kanten’ te integreren tot een identiteit dat zowel een bodem had (en daarmee trouw was aan mijn wortels) als sterkte takken die zich meer een meer verspreidden onder de Nederlandse hemel.

Deze realisatie maakte dat ik de grenzen die mijn coachees aan zichzelf en aan anderen stelden, nadrukkelijker in interculturele context ging onderzoeken. Ik leerde een aantal lessen die ik met jullie wil delen:

  1. De opvattingen, motieven en waarden van individuen zijn geworteld in hun (culturele) context en bepalen hoe zij hun morele wereld construeren, hoe zij zichzelf definiëren en waar zij grenzen trekken. Daarmee hebben woorden en gedragingen niet een vooraf scherp afgebakende of eenduidige betekenis.
  2. Om mijn coachee met een andere culturele achtergrond effectief te kunnen ondersteunen, is het nodig dat ik zowel mijn eigen interpretatief raamwerk en waarden ken als die van mijn coachee. Deze dienen geëxpliciteerd en geïntegreerd te worden in de coaching.
  3. Als ik me niet bewust ben van mijn eigen professionele of culturele beperkingen en mijn eigen (westerse) interpretatie van gedragingen, zal ik mijn coachee’s gedrag onterecht als ineffectief of afwijkend bestempelen. Subassertiviteit of een geringe autonomie kunnen een passende interpretatie zijn vanuit een Nederlands perspectief, terwijl in sommige culturen het ongebruikelijk is om te denken vanuit het individu en de bijbehorende waarden.
  4. Het is mijn uitdaging als coach om de betekenissen die coachees geven aan hun keuzes en gedrag met openheid en nieuwsgierigheid tegemoet te treden en vanuit een houding van niet-weten te verkennen.
  5. Cliënten confronteren met hun ‘afwijkende’ gedrag kan tot schaamte leiden en hen in een loyaliteitsconflict brengen. Hun gedrag is immers ingebed en geaccepteerd in hun cultuur. Als ik het bestempel als ineffectief, daag ik ze uit om te breken met hun achtergrond.


Leona Aarsen - coach, psychosociaal therapeut, EMDR Master Practitioner en traumatherapeut in opleiding